Elke zaterdagmiddag is het weer zo ver. Om 2 uur staan de welpen weer allemaal te springen van ongeduld. Allemaal jongens tussen de 7 en de 11 jaar oud.
Wat doet een welp nou zoal bij de Middaghorde? Een vraag die regelmatig gesteld wordt. Maar een kort antwoord geven op die vraag is niet zo makkelijk. Een welp doet namelijk enorm veel bij de Middaghorde. Iedere zaterdagmiddag komen de welpen om 14.00 uur aan op het terrein van onze groep. Er is geen zaterdag hetzelfde. Nou ja, we doen 2 dingen wel elke zaterdag; namelijk het openen en sluiten van de dag. Maar wat doen we nou zoal? Vraag het aan een willekeurige welp en ze zullen daar allemaal andere antwoorden op geven. Al hebben deze antwoorden wel 1 ding in gemeen. We zijn namelijk altijd buiten. Altijd zul je denken? Ja, altijd. Ook als het stortregent? Ja zelfs dan. Welpen zijn namelijk helemaal niet graag binnen. Het liefst gaan ze enorm smerig naar huis. En dat smerig worden gaat natuurlijk het beste als je buiten bent. In het bos, door de modder en slootjes lopen.
We mochten eindelijk weer op kamp, dus die kans lieten de verkenners zich niet ontnemen. Met hemelvaart hielden ze op de blokhut de Interne Scouting Wedstrijden oftewel de ISW. Alles werd geoefend: tent opzetten, keuken bouwen, tafelvuur bouwen, koken (griekse salade en lekkere spaghetti). Maar we deden ook een leuk avondspel: het rode lamp spel. In het begin liepen er 16 olifantjes door het bos maar gaandeweg het spel werd steeds beter geslopen. Donderdag deden we ’s ochtend een mega-postenspel in het bos met allerlei scoutingtechnieken. Vogels herkennen ging nog wel maar een vrucht bij een boom zoeken, daar moeten we nog es goed op oefenen! Na een broodje knakworst deden we nog het havenspel in een ander parkje. Vooral Shareef werd op een gegeven moment goed in de gaten gehouden….. Daarna weer koken (soepje, kipsnitzel met zelfgemaakte rösti). Na de afwas en de inspectie volgde nog een heuse bonte avond met een optreden van elke patrouille en een worst bakken. Sommigen verloren hun stem aan stuurboord of bakboord en ook ‘he allele’ schalde weer eens door de kampvuurkuil. De volgende dag hup alles opruimen en iedereen keek terug op een geslaagd kamp. De Arenden eindigden op de vijfde plaats, de spechten op de vierde, de kieviten (met zijn twee!) op de derde plaats, de ijsvogels op de tweede plaats. Maar de leidingpatrouille stond (uiteraard) bovenaan. Ik denk dankzij het bad van Jan!
De welpen van de middaghorde hebben een heuze kettingreactie van brandbare materialen gemaakt. De gebruikte materialen waren vooral lucifers maar aanmaakblokjes en geultjes met brandbare vloeistof waren ook ter beschikking. Door de lucifers met de koppen bij elkaar te zetten werd er een lange stoere baan gemaak. Hier is het resultaat:
Disclaimer: probeer dit niet op de nieuwe keukentafel van je ouders.
Op zondag middag werd ons meegedeeld dat de welpen aangespoeld waren op het onbewoonde eiland Wouw. Tevergeefs zochten ze in het scheepswrak naar bruikbare spullen om hun kans tot overleven te vergroten. Ze vonden hier naast een grote berg eten ook bruikbare spullen voor hutten. Er werden een aantal hutten gemaakt om de nacht in door te brengen en het eten werd genuttigd. De volgende dag werden er kaarsen gemaakt en er werd naar meer eten gezocht, want de voorraad uit de kombuis van het schip bleek niet genoeg om het lang uit te houden. Hiervoor werden er hengels gemaakt om te kunnen vissen. Het merkwaardige was dat naast een oude schoen vissticks opgevist werden. Dit tot grote verbazing van de welpen. In de avond kwamen ze erachter dat de vijver waarin ze gevist hadden vervloekt was en behoorde bij het gebied van een nog onontdekte Wouwse stam. Nou moesten de welpen er natuurlijk voor zorgen dat ze op het eiland mochten blijven totdat ze gered werden. Het stamhoofd hield heel erg van goud en er moest zo veel mogenlijk verzameld worden in een smokkel spel om de vrede te bewaren. Het stamhoofd bleek zeer tevreden en de welpen mochten blijven. Zodoende kon het eiland op dinsdag eiland verder verkend worden en in kaart gebracht worden. Ook werd er een grot gevonden vol gloeiwormen en vuurvliegjes waarin de welpen glow golf hebben gespeeld. Na een lange reis terug werd er geoefend om te seinen naar voorbij varende schepen. Er werden de volgende dag nog meer kaarsen en zelfs ovens gemaakt om verder te kunnen overleven, maar woensdag middag rond 4 uur kwamen de eerste reddingswerkers om de kinderen van het eiland te halen.
Op een doodgewone zaterdagmiddag kwam een groep welpen dolenthousiast aan op de blokhut. Nadat alle bedjes opgeblazen waren, het kamp geopend was en de stilte verdreven was, kon begonnen worden aan de reis. Echter om een echte wereldreiziger te zijn heb je een paspoort nodig. Een paar gekke bekken later was het tijd om Nederland te verlaten. Op naar Schotland!
Helaas kunnen we ons niet te diep uitweiden over wat er in het buitenland gebeurd is. Immers iedereen weet: What happens abroad, stays abroad!
Na een lange reis door onder meer Engeland, Antartica, Spanje, Italië, Zuid Afrika, Frankrijk en België, kwamen de paspoorten en slaperige kopjes (waarschijnlijk van de jetlag) weer aan in Nederland. Reizen is leuk en aardig, maar na een lange reis is er niets beter dan papa en mama weer te zien!