Omdat het (eindelijk) mooi weer was, grepen de verkenners hun kans om een vlot te bouwen en te varen op de Karpendonk.

Eerst mochten we twee verkenners installeren, waar we natuurlijk heel blij mee waren. En we vonden het ook heel leuk dat twee welpen met ons meedraaiden. Na het openenn en installeren pakten we de palen, tonnen en touwen (3 blauwe of toch 4? En hoeveel paarse?) en togen naar de Karpendonkse Plas.

Het leken wel Amerikaanse taferelen: er lagen allemaal zonnebadende mensen. Hun rust werd helaas wreed verstoord door allemaal kwebbelende verkenners. De vlotten waren best snel klaar. Voor veel jongens waren er nog de hoofdbrekens over wat ze aan zouden doen op de vlotten: de reserve schoenen of de zwembroek of toch maar gewoon de kleren. Maar gelukkig kon iedereen een keus maken.

Toen kon eindelijk de wedstrijd beginnen: op de Plas was een vreemde Eendenfamilie gesignaleerd. Blauw en geel en rose en oranje. Dat was natuurlijk een bedreiging voor het inheemse milieu en daarom moesten de verkenners die met een schepnetje gaan vangen. Wie de meest had, die won natuurlijk.

Een grote vaarpartij die eindigde in een zwemfestijn (zoals altijd) ook voor mensen in de kano ?? Eén groepje had 5 eendjes, één groepje 6 (de ijsvogels) en één groepje vier. Gelukkig waren alle vreemde eenden wel weer binnengehaald….. Het opruimen duurt altijd langer dan gedacht maar uiteindelijk lag alles weer op z’n plekje in de blokhut.

Moe, vies maar voldaan konden we naar huis.